Hoe garandeert Nieuwzeelandshert  een constante hoge vleeskwaliteit?

Het feit dat de dieren niet worden gejaagd en de mannetjes in de testosteronrijke bronstijd met rust worden gelaten, zorgt voor een constante hoge kwaliteit van het vlees. De karakteristieke malsheid krijgt het vlees niet alleen door een goede verzorging op de hertenhouderij, maar ook omdat de dieren consequent in de leeftijd van één tot aan twee jaar geslacht worden.

Nieuw-Zeelands hertenvlees is van nature mals en hoeft niet persé gemarineerd te worden. Echter lichte sauzen of een kort marineren benadrukken de milde smaak. Het is belangrijk de gaartijden aan te houden en het vlees niet te lang te bakken, aangezien het door zijn lage vetgehalte snel droog kan worden. Hertenvlees smaakt het beste wanneer het kort aangebraden wordt op een hoog vuur en rosé wordt geserveerd. Zo is het mals, sappig en aromatisch. Het gebraden vlees met een deksel op de pan of op een warme plek vijf minuten laten rusten, zodat het vleessap zich bindt en zich gelijkmatig verdeelt. Om te grillen zijn steaks van 2½ centimeter dikte uit de bout, koteletten en braadstukken zeer geschikt. Eenvoudig bij een sterke hitte aan iedere zijde circa drie minuten op de grill leggen. Hertenvlees reepjes worden in de pan ongeveer één minuut gebraden. Voor een gebraad uit de oven, eerst het vlees in een hete pan rondom aanbraden. De richtlijn voor het verder laten garen van het vlees in de oven bij een temperatuur van 150°C,  ligt per centimeter dikte bij circa drie minuten.

Welke standpunten heeft Nieuwzeelandshert als het gaat over milieubescherming en ecologische principes?

De Nieuw-Zeelandse hertenindustrie ondersteund het hechte netwerk tussen de hertenhouders, verwerkings- en marketingbedrijven, door gezamenlijk garantieprogramma’s te ontwikkelen ter bewaking van de agrarische effecten op het milieu.

Ook het transport volgt ecologische principes in de vorm van vacuüm verpakt gekoelde of diepgevroren keukenklare versnijdingen, zoals filet, roastbeef, lende, bovenbil, plattebil of carré, die per zeetransport CO²-arm worden geëxporteerd. Vele consumenten geloven dat het transport per schip voor het grootste deel verantwoordelijk is  voor CO² emissies, maar in werkelijkheid is het maar 3,5 procent van alle emissie uitstoot. De overige 96,5 procent zijn toe te schrijven aan het productieproces zelf.

Volgens de studie „Food Miles – Comparative Energy / Emissions Performance of New Zealand’s Agriculture Industry“ (Caroline Saunders, onderzoeksrapport 2006) kan het onder omstandigheden milieuvriendelijker zijn in Nieuw-Zeeland te produceren en de producten naar andere landen te verschepen, als ze ter plaatse op een weinig efficiënte manier te produceren.